De ongelofelijke ontmoeting 

 

Ik vraag je niet om me te geloven. Lees het verhaal en doe ermee wat je wilt. Leg het naast je neer en vergeet het, bekritiseer het of laat het bezinken. Ik kan je alleen maar zeggen dat het mijn verhaal is en dat ik het met de beste bedoelingen heb opgeschreven. Niet om te shockeren maar omdat het echt is gebeurd en ik het graag met je wil delen. Misschien dat je het herkent en ook iets soortgelijks hebt meegemaakt. Misschien dat je me voor gek verklaart en denkt dat dit alles uit de lucht is gegrepen.
Ik kan je verzekeren, dat is het niet. Ik ben er nog steeds niet over uit welke conclusies ik uit het verhaal kan trekken. Wellicht dat ik het ook nooit zal gaan begrijpen maar dat is dan wat het is.
Graag neem ik je mee naar een doodnormale doordeweekse dag. Zo’n dag die net is al vele andere dagen. Bijna anoniem, onherkenbaar en grijs als een muis. Het jaartal is 2021 en ik kijk door het raam naar het gras wat aan de andere kant van het glas zich voor me uitstrekt. 

Het is zo’n moment waarbij mijn gedachten voor even afdwalen naar vroeger. Een aantal jaar zijn we collega’s geweest en hebben we lief en leed met elkaar gedeeld. Ik heb je niet altijd even aardig gevonden en soms kon ik maar moeilijk begrip opbrengen voor je dwingende karakter. Maar ik weet dat hetgeen wat je deed met de beste intenties is geweest. Het is grappig hoe we jaren later anders tegen dingen aankijken, wat naar mijn idee een gevolg is van persoonlijke groei en ontwikkeling.
Ik vraag me af hoe het met je zou zijn, waar je werkt en of je nog steeds in hetzelfde huis woont als toen. Het zijn van die vragen die voor even door mijn hoofd heen spookten en waar ik momenten later ook weer afstand van deed, omdat de waan van de dag mij opslokte en ik niet de persoon ben die lang in het verleden blijft staan en liever zijn ogen op de toekomst richt.

De daaropvolgende avond val ik al snel in slaap. Vaak lossen mijn dromen zich op als suiker in water maar deze droom zal ik niet snel vergeten. Onder een kraakblauwe hemel sta je in de verte naar mij te zwaaien en roep je een aantal keer mijn naam. Ik loop maar kom niet vooruit en zodoende wordt de afstand tussen ons dan ook niet kleiner.
Plotseling ben je in geen velden of wegen meer te bekennen en sta ik alleen op de weg die we zojuist nog samen deelden.
De droom duurde in mijn beleving maar enkele seconden maar het staat me nog steeds helder voor de geest en in mijn herinnering gegrift. 


De week erna loop ik door de bossen in nationaal park de Utrechtse Heuvelrug. De zonnestralen vinden hun weg door de zee van takken en de slingerende rij bomen langs het bospad vormen een stille aanmoediging met elke stap die ik zet. De bladeren kraken onder mijn voeten. Het uitzicht wordt belemmerd door een glooiing op het pad waardoor ik niet zie wat daar achter ligt.
Rechtsboven van mij zie ik een specht zich tegoed aan de schors van een stam. Ik word opgeschrikt door een vrouw die mij begroet. 'Hoi', zegt ze vriendelijk en ze lacht. Ik ben verrast door de plotselinge aanwezigheid van de vrouw en ik merk dat ik geen woord kan uitbrengen. Want alhoewel ze niet op haar lijkt, doen haar ogen me onmiskenbaar denken aan mijn collega van toen. Alles duurt maar even maar het is dezelfde kleur blauw in dezelfde sprekende ogen waarmee jij de wereld in keek. Echter, zij had donker krullend haar, het jouwe was kort. Haar postuur was mager, jij was wat meer gezet. Zo snel als dat ik haar zag, zo snel is ze ook weer verdwenen. Ik kijk achterom en zie dat ze nergens meer is te bekennen. De ontmoeting is ongelofelijk omdat ik een week eerder nog aan haar heb gedacht, vervolgens over haar heb gedroomd en nu iemand tref in het bos die me aan haar doet denken.
Ik loop nog even terug om te zien of ik haar nog ergens zie lopen maar waar ik ook kijk, het bos lijkt haar te hebben opgeslokt en brengt haar niet meer terug.

De ontmoeting in het bos laat ik voor wat het is.
Maar als ik enkele dagen later achter mijn laptop zit, kan ik de verleiding niet weerstaan en google ik jouw naam.
Het eerste wat ik zie is een overlijdensadvertentie en ik kan mijn ogen nauwelijks geloven. Het is niet eens dat de ontmoeting met jouw evenbeeld in het bos, het is niet eens het feit dat ik over jou heb gedroomd of dat ik toen aan je dacht.
Het zijn de herinneringen aan jou die mij nog zo helder voor de geest staan. Onze gesprekken, onze discussies, de grappen over en weer, de frustraties. Het is als de dag van gisteren. Ik lees dat het nog maar een paar weken geleden is geweest dat je bent overleden. Dezelfde week dat ik aan je ben gaan denken, op die troosteloze doordeweekse dag.

Het is moeilijk te bevatten welke boodschap ik hier uit kan halen. Een bevredigend antwoord is niet te vinden en zal ik waarschijnlijk ook niet gaan krijgen. Misschien zijn de feiten zoals ze zijn wel goed genoeg en laat ik het daarbij. In de week dat je stierf, raakte je me nog een keer mijn ziel aan en begroette je me voor de laatste keer.
Wellicht dat meer mensen over je hebben gedroomd en je in welke vorm dan ook hebben gezien.
Als dat zo is dan ben ik blij en vereerd dat je mij hebt opgezocht. Nog een keer de begroeting, nog een keer het oogcontact. 


Ik vond het bijzonder en ik vond het een voorrecht jou te hebben gekend. 


Trouw zijn

Het is zondagmiddag. Bij de voordeur zegt u dat u meegaat naar beneden, om te kijken of er nog post in de brievenbus ligt. Onderweg vertelt u hoe fijn u het vindt dat ik weer op bezoek ben geweest en zegt u dat ik snel weer moet komen eten. "Dan maak ik weer gehaktballetjes, aardappeltjes en boontjes." Ik glimlach. Daar kijk ik nu al naar uit. 
Het is een vertrouwd ritueel dat al jaren zo gaat.
U zegt dat ik altijd zo trouw ben, maar eigenlijk weet ik niet beter. Hoe zou ik anders kunnen zijn? Het voelt zo vanzelfsprekend.
U zwaait me na totdat we elkaar niet meer kunnen zien. Wat dat betreft bent u net zo trouw aan mij.
U heeft mij nog nooit níet uitgezwaaid. En als ik ‘s avonds vertrok, beloofde ik altijd uw telefoon twee keer over te laten zodat u zeker wist dat ik veilig was thuis gekomen.

Onderweg naar huis denk ik na over uw woorden – dat ik trouw ben. Maar hoe kan ik anders? Trouw zijn aan u betekent trouw zijn aan de mensen van wie ik houd. Het betekent trouw zijn aan een van de essenties van het leven: familie.

Ik denk aan de vele momenten die ik bij u heb doorgebracht, van kleine jongen tot volwassen man. Bij elke belangrijke mijlpaal in mijn leven was u erbij. U was getuige wanneer ik een diploma behaalde, toen ik mijn eerste huis kreeg, en toen ik een boek had geschreven. U heeft het allemaal meegemaakt.

In mijn achteruitkijkspiegel zie ik uw flat langzaam verdwijnen. We hebben vandaag weer een bladzijde aan ons geschiedenisboek mogen toevoegen.  

Trouw zijn aan u betekent trouw zijn aan al die herinneringen, aan al die momenten samen. Het betekent trouw zijn aan opa, aan wie ik zóveel mooie herinneringen koester. Trouw zijn aan u betekent trouw zijn aan de mensen die we hebben gekend, maar die er nu niet meer zijn.

Trouw zijn aan u betekent trouw zijn aan mijn verleden. Trouw zijn aan u, betekent trouw zijn aan mezelf.

 


Onder de nieuwe zon

Maandenlang had ze er naar uitgekeken en hier stond ze dan. In een zonnig land en ver verwijderd van alles wat haar vertrouwd is. Eindelijk was ze op de plaats van bestemming. Vakanties zijn altijd iets om naar uit te kijken en in haar geval had ze de vakantie dubbel en dwars verdiend.
Het was al met al een pittig jaar geweest. Er was veel gebeurd. In een flits ging alles nog een keer door haar heen. De mensen die haar waren ontvallen. De pijn en het verdriet. Maar daar wilde ze nu verder niet meer aan denken. Wat haar betreft stond deze trip in het teken van de definitieve overbrugging naar wat komen gaat. Wat geweest is, is geweest. Nu was het tijd om naar de toekomst te kijken. De clichés vielen wat dat betreft over elkaar heen. Een vrouw met een gebroken hart zoekt een warm land op, om een nieuwe start in te luiden en het verleden achter zich te laten.
Ze zette haar koffer neer in de hotelkamer. Zoals altijd zou later blijken dat ze best wat kleren niet mee had hoeven nemen. Maar het risico dat ze mis zou grijpen deed haar toch besluiten om de koffer zoveel mogelijk vol te proppen.

Ze had al best wat van de wereld gezien maar nog nooit was op singlevakantie gegaan. Een groep vrijgezelle mensen die allemaal hetzelfde willen, namelijk een leuke vakantie met elkaar beleven. Hoezeer ze dit ook wilde, toch zou het wennen zijn, om voor zestien dagen met al die verschillende mensen in een bus te zitten. Ze was een persoon die liever haar eigen mensen uit zocht. Maar ze nam het op de koop toe, aangezien ze weg wilde zijn en toch niet alleen. Bovendien leken de meeste mensen haar niet onaardig.

Ze had ongeveer een uur om bij te komen van haar reis, haar koffer uit te pakken, zich op te frissen alvorens het eten beneden klaar zou staan. De komende dagen zouden er heel wat activiteiten op de rol staan. Van lange wandelingen door de natuur, langs watervallen, naar vulkanen, tot het bezichtigen van verschillende musea. Ze had er enorm veel zin in.
Ze liet ze zich vallen op het bed. Als ze nu haar ogen zou sluiten, zou ze zo in slaap kunnen vallen. Dat idee stond haar wel aan maar in plaats daarvan keek ze naar het witte plafond. Haar blik ging de eenvoudige kamer rond. Een kast, een spiegel, een tafel, een stoel en schilderij wat boven haar bed hing. Het was haar niet eerder opgevallen. Zoveel had ze niet met kunst maar nu ze het had gezien was ze gefascineerd door wat ze zag. Het schilderij beeldde een menspersoon uit die vloog door de wolken. De armen waren gestrekt, het hoofd omhoog. Alsof het vol vertrouwen op zijn doel afging. Uit het hoofd van het persoon vlogen tientallen vogels de wijde wereld in.

De betekenis was niet gelijk duidelijk. Toch liet het kunstwerk haar niet los. Op de een of andere manier voelde ze een band met de persoon die daar zijn vrijheid tegemoet vloog. Ze stelde zich zo voor dat de vogels als metafoor stonden, voor de ideeën en de plannen die werden gemaakt. Na alles wat die persoon had meegemaakt, voelde hij weer de ruimte om zijn leven in eigen hand te nemen en plannen voor te toekomst te maken.
Terwijl de momenten hiervoor in het teken stonden van het netjes rangschikken van de kleding en haar toiletspullen was ze nu helemaal opgegaan in het schilderij. Ze voelde hoe haar ogen vochtig werden. Dit is niet wat ze wilde maar ze kon het niet helpen. Op de een of andere manier riep het schilderij iets bij haar op. Ze besefte dat ze nu ook op het punt was aangekomen, dat ze weer de regie over haar leven aan het krijgen was. Na de zomer zou ze weer gaan studeren, ze wilde weer nieuwe mensen gaan leren kennen en voelde dat ze steeds meer open ging staan voor een nieuwe relatie. Al deze dingen zijn haar vogels die op het punt stonden geboren te worden en binnenkort het levenslicht zouden zien.
Dit alles bracht haar gedachten terug naar vorig jaar. En ze vroeg zich af of hij ook aan het vliegen was. Of hij ook plannen maakte. Ze hoopte het. Want ondanks de vele misverstanden die er waren tussen hen gaf ze nog wel om hem.
Vervolgens liet ze het los. Haar voeten raakten de vloer en ze begaf zich naar de badkamer. Tijd voor sentiment was er genoeg geweest. Nu was ze onder de nieuwe zon, in het zonnige land waar ze was begonnen aan het nieuwe hoofdstuk. Ze liet een lampje branden voor als ze vanavond terug zou komen. Even later sloot ze de deur van haar hotelkamer. De schemering had zich buiten inmiddels ingezet. Niet dat ze dat als een metafoor zag voor haar leven. Het schilderij op haar kamer was dit des te meer.


De belofte van Iona

Ik nam het vliegtuig, toen een trein, vervolgens nog een trein, toen een boot, toen stapte ik in de auto om vervolgens via een pont mij naar het eiland te laten vervoeren.

Het loont om dagenlang onderweg te zijn naar een bestemming die ik gerust bestempel als een van de mooiste waar ik tot nu toe ben geweest. Ik had het gevoel alsof ik aan het einde van de wereld terecht was gekomen, waar tijd slechts een bijzaak is op een plek die zich niets lijkt aan te trekken van de rumoerige wereld die zich daar ergens aan de overkant van het water bevindt. Een stad als Parijs of Londen bezoek je. Het Schotse eiland Iona, daar ben je te gast. 

Plechtig begeef ik me door de gangen van het klooster en nergens zoveel als hier beklijft mij het gevoel dat ik een passant ben uit een andere tijd, een genodigde die het genoegen heeft om hier te zijn. Voor even voel in een scheut van heimwee terwijl ik hier pas koud een half uur ben. Mijn gevoel loopt alvast vooruit op de zaken en ik denk aan de persoon die ik dit alles wil laten zien. Ik zie ons hier al lopen en mijn enthousiasme wordt alleen maar groter op het moment dat de zon het contrast van het landschap nog meer versterkt. Het groen van de heuvel versus het blauw van de lucht. Het wit van de wolken versus het blauw van het water.

Ik heb een voorliefde voor eilanden en ook bij Iona heb ik direct het gevoel van verbondenheid. Eilanden hebben geheimen die ze niet direct prijs lijken te geven voor de mensen die hier maar voor even zijn. Eilanden zijn geïsoleerd, op een romantische manier eenzaam, tevens eigenwijs, en creëren een betoverende sfeer waar ik steeds maar weer in ondergedompeld wil raken. 
Ik zit uren aan het strand en zie hoe de golven op de golven blijven beuken. Een ritmisch spel wat zich al eeuwen lang herhaalt. Ik voel de graslanden onder mijn voeten en door het ongerepte karakter voel ik me veilig en voel ik me thuis, ook al ben ik dat niet maar zou ik dat wel willen zijn. Heuvels worden vlaktes, vlaktes veranderen in weggetjes. Weggetjes komen aan in dorpjes en dorpjes herbergen mensen die het voorrecht hebben om te zeggen dat ze hier wonen.
Een dag lang dwaal ik hier rond maar het is te kort. In gedachten doe ik Iona een belofte en dat is dat hier terug ga komen.
Dan gaan we hier dagen verblijven, de zon onder zien gaan en haar weer zien herrijzen. Dan zullen we ook voor even ervaren dat tijd ondergeschikt is aan wat dan ook en dat alleen de kracht van het ervaren maakt dat we voelen dat we echt leven.
Dat is een belofte die ik waar wil gaan maken. Iona wacht op ons.