Lovely One
Hij kon hem wel wat aandoen. En dat is precies wat hij vandaag van plan was te gaan doen. Het moest er nu maar eens van komen en vandaag was die dag. De dag waar hij zo naar uit had gekeken.
De lucht was blauw, zijn stemming was opperbest. De weerman had voorspeld dat het later vandaag zou gaan onweren. Donderen en bliksemen, dat zou het zeker gaan doen. Oh ja, reken maar.
Al langere tijd liep hij met het plan in zijn hoofd rond. Eigenlijk vanaf het moment dat die schoft het had aangedurfd om zich met zijn zaken te bemoeien. Waar haalde hij het lef vandaan om zich in te laten met zijn leven? Dat hij een rode lijn was overgegaan was duidelijk geweest en het moment was aangekomen dat hij zonder waarschuwing eindelijk zou gaan boeten. Wanneer de klus was afgehandeld kon hij verder gaan met zijn leven en zou hij van deze idioot geen last meer hebben.
Hij stond midden op het plein en had uitzicht op de koffiebar waar zijn slachtoffer was gaan zitten, aan een tafel bij het raam. De hoofdprijs kon hem nu niet meer ontgaan.
Maar voor het zover was moest er nog één ding gebeuren. Zij moest er ook bij zijn en het zou niet lang duren alvorens zij ten tonele zou verschijnen. Het was bijna elf uur en nadat hij op zijn horloge had gekeken en zijn ogen weer gericht waren op zijn doel, zag hij vanuit zijn ooghoek de overbekende witte jas en de vrouw met de blonde haren. Met grote passen liep ze naar de plek wat vandaag "The place to be" zou zijn: 1976 Beens, aan het Lindeplein.
"Wees welkom", mompelde hij in zichzelf. "Je bent precies op tijd."
"Sorry, dat ik wat later ben, lieverd", zei ze. Voordat ze ging zitten gaf ze hem een hartstochtelijke zoen op de mond.
"Net voordat ik de deur uit wilde gaan, kwam ik erachter dat mijn portemonnee niet in mijn tas zat. Tenminste, dat dacht ik. Bleek hij er toch in te zitten. Soms word ik zo moe van mezelf."
"Dat is nou een van de dingen die ik zo leuk aan je vind. Je bent niet perfect en hebt ook geen moeite om dat te laten zien."
Ze bestelde een latte macchiato en hij een cappuccino. 1976 was in de loop der tijd een soort stamkroeg voor hen geworden. Hier kwamen ze vaak samen, na het werk of in het weekend. Een fijne plek met uitzicht op de historische binnenstad. Ze spraken over hun plannen voor de aankomende zomervakantie, de tripjes die ze zouden gaan maken, ze spraken over de boeken die ze aan het lezen waren, over de series die ze zagen.
Een paar maanden geleden hadden ze elkaar leren kennen op een verjaardag van gemeenschappelijke vrienden. Ze raakte al snel aan de praat en vanaf dat moment zochten ze elkaar steeds vaker op. Na enig aandringen ging ze ermee akkoord om samen te gaan squashen. Vanaf dat moment had hij beet en liet hij niet meer los.
Het enthousiasme waarmee ze samen in het leven stonden zou jaloersmakend kunnen zijn voor anderen.
En jaloers, dat was hij.
Dat zij op de voorste rij alles mee zou maken was een mooie bijkomstigheid.
De aderen in zijn hals vulden zich met bloed, zijn hart begon sneller te bonzen en hij balde zijn vuisten. Het was tijd om te gaan.
Met grote stappen liep hij in de richting van koffiebar 1976.
Het was tijd voor wat actie in de tent.
Dat was hetgeen wat hij dacht. Dit was een goed moment en hij nam haar hand in de zijne. "Het is moeilijk uit te leggen hoe mooier mijn leven is geworden sinds ik jou ken,´my lovely one´. Alsof iedere grijstint een levendige kleur heeft gekregen."
Zijn poëtische inborst maakte dat hij regelmatig zulke kleurrijke uitspraken deed. Zij vond het allemaal prachtig en wat haar betreft kon een man dergelijke taal niet vaak genoeg uitslaan.
Ze keek hem enigzins tevreden aan en haar chronische onzekerheid maakte dat zij zich afvroeg waar ze zo'n lieve man toch aan te danken had.
Maar tegelijkertijd herinnerde ze zich aan de afspraak die ze met zichzelf had gemaakt: dat ze in alle gevallen meer van het moment zou moeten genieten. En dus dwong ze haar gedachten terug te brengen naar het hier en nu probeerde ze zich over te geven aan de aandacht.
De tijd voor persoonlijke aandacht, zeer persoonlijke aandacht was aangebroken. 1976 en hij kwam steeds dichter bij elkaar. Nog maar een paar stappen voordat hij binnen was en het onweer in alle hevigheid zou los gaan barsten.
"Volgens mij kan het ieder moment gaan losbarsten."
Hij keek naar buiten en zag dat donkere wolken zich hadden samengepakt boven de stad. In zijn ooghoek zag hij een man met enige haast, richting de koffiebar lopen. Vermoedelijk omdat hij binnen wil zijn voordat het buiten begint te hozen. Althans, dat was zijn vermoeden. De realiteit was echter een stuk minder onschuldig.
Ze nam een slok van haar latte en zette haar kopje neer op de tafel.
De gladde, schone tafel van hout. Streeploos, waterpas en onbekrast. Alles wat over enkele ogenblikken niet meer van de tafel gezegd kon worden.
Hij liep recht op zijn doel af, keek niet op of om naar andere aanwezigen en was vastbesloten om zijn plan nu in werking te zetten.
"My lovely one, heb je zin om volgende week mee te gaan naar…"
Verder kwam hij niet want op het moment dat hij de laatste woorden uit wilde spreken, landde de bijl met een enorme klap op de tafel.
Een schreeuw ontsnapte uit zijn mond en hij deinsde achteruit.
Zijn "lovely one" deed hetzelfde en met grote ogen keek ze wat er gebeurde en probeerde het tegelijkertijd te verwerken. Maar sommige gebeurtenissen gaan gewoonweg te snel voor de hersenen om het binnen enkele seconden te kunnen bevatten. Voordat hij goed en wel besefte wat er gebeurde, pakte de meest recente bezoeker van de koffiebar 1976 Beens het handvat van de bijl en maakte hem met een flinke ruk los van de tafel.
"Ik heb je laten zien waartoe ik in staat ben als ik kwaad ben. En er is meer, bemoeial dat je d'r bent."
En net voordat hij op wilde staan om zich te verdedigen, landde de bijl op zijn voorhoofd en ging het licht definitief uit. Met een klap was zijn leven voorbij. Weg waren zijn toekomstplannen, de energieke man die met volle teugen van het leven genoot behoorde tot de verleden tijd.
Daarvoor in de plaats lag een jongeman met een mix van angst en verbazing op zijn gezicht. Het bloed stroomde uit zijn hoofd waar de bijl zich in had genesteld.
Een ogenblik bleef het stil. De dader keek met een minzame blik naar het slachtoffer wat hij zojuist had gemaakt, wat een vreemde combinatie opleverde met de talrijke bloedspetters op zijn gezicht.
De vrouw die even daarvoor nog aan het genieten was van haar latte, zat geschokt met de hand voor haar mond en leek te zijn bevroren.
De kleur van haar kopje was rood uitgeslagen en ook haar blonde haren waren niet zo blond meer.
Toen begon ze ineens onbedaarlijk hard te lachen, zo hard dat het zelfs voor de boze man wat ongemakkelijk begon te worden.
"Ik heb zojuist je lover van kant gemaakt. Je kunt ook proberen iets minder vrolijk te zijn."
Ze verontschuldigde zich maar zei er snel achteraan: "Je bent naast een kille moordenaar absoluut origineel in je daden. Ik had niet verwacht dat je dit zou kunnen doen. Toen ik je vertelde dat ik eigenlijk wel klaar was met deze man en spijt had van de affaire had ik niet kunnen denken dat het zo zou eindigen. Maar je hebt het vuile werk voor me opgeknapt en daar ben ik je dankbaar voor. Nu hoef ik het niet meer te doen."
"Weet je, na alles wat je mij hebt aangedaan, zou jij ook een flinke afranseling kunnen gebruiken", zei hij met de bijl nog stevig in zijn handen.
"Ik weet het, schatje. En het spijt me. Laten we een streep onder zetten en samen een nieuwe start maken."
Ze keek hem ondeugend aan en hij versmold terstond bij de blik die hem doordringend aankeek.
Arm in arm verlieten ze koffiebar. Op de achtergrond klonk het geluid van steeds dichterbij komende sirenes.
"Er is maar een iemand die je´lovely one´ mag noemen en dat ben ik!"
Trots ging hij er met zijn hernieuwde overwinning vandoor. Gniffelend sloegen ze de hoek om en lieten ze alles achter wat zich even daarvoor had afgespeeld.
Onder de nieuwe zon
Maandenlang had ze er naar uitgekeken en hier stond ze dan. In een zonnig land en ver verwijderd van alles wat haar vertrouwd is. Eindelijk was ze op de plaats van bestemming. Vakanties zijn altijd iets om naar uit te kijken en in haar geval had ze de vakantie dubbel en dwars verdiend.
Het was al met al een pittig jaar geweest. Er was veel gebeurd. In een flits ging alles nog een keer door haar heen. De mensen die haar waren ontvallen. De pijn en het verdriet. Maar daar wilde ze nu verder niet meer aan denken. Wat haar betreft stond deze trip in het teken van de definitieve overbrugging naar wat komen gaat. Wat geweest is, is geweest. Nu was het tijd om naar de toekomst te kijken. De clichés vielen wat dat betreft over elkaar heen. Een vrouw met een gebroken hart zoekt een warm land op, om een nieuwe start in te luiden en het verleden achter zich te laten.
Ze zette haar koffer neer in de hotelkamer. Zoals altijd zou later blijken dat ze best wat kleren niet mee had hoeven nemen. Maar het risico dat ze mis zou grijpen deed haar toch besluiten om de koffer zoveel mogelijk vol te proppen.
Ze had al best wat van de wereld gezien maar nog nooit was op singlevakantie gegaan. Een groep vrijgezelle mensen die allemaal hetzelfde willen, namelijk een leuke vakantie met elkaar beleven. Hoezeer ze dit ook wilde, toch zou het wennen zijn, om voor zestien dagen met al die verschillende mensen in een bus te zitten. Ze was een persoon die liever haar eigen mensen uit zocht. Maar ze nam het op de koop toe, aangezien ze weg wilde zijn en toch niet alleen. Bovendien leken de meeste mensen haar niet onaardig.
Ze had ongeveer een uur om bij te komen van haar reis, haar koffer uit te pakken, zich op te frissen alvorens het eten beneden klaar zou staan. De komende dagen zouden er heel wat activiteiten op de rol staan. Van lange wandelingen door de natuur, langs watervallen, naar vulkanen, tot het bezichtigen van verschillende musea. Ze had er enorm veel zin in.
Ze liet ze zich vallen op het bed. Als ze nu haar ogen zou sluiten, zou ze zo in slaap kunnen vallen. Dat idee stond haar wel aan maar in plaats daarvan keek ze naar het witte plafond. Haar blik ging de eenvoudige kamer rond. Een kast, een spiegel, een tafel, een stoel en schilderij wat boven haar bed hing. Het was haar niet eerder opgevallen. Zoveel had ze niet met kunst maar nu ze het had gezien was ze gefascineerd door wat ze zag. Het schilderij beeldde een menspersoon uit die vloog door de wolken. De armen waren gestrekt, het hoofd omhoog. Alsof het vol vertrouwen op zijn doel afging. Uit het hoofd van het persoon vlogen tientallen vogels de wijde wereld in.
De betekenis was niet gelijk duidelijk. Toch liet het kunstwerk haar niet los. Op de een of andere manier voelde ze een band met de persoon die daar zijn vrijheid tegemoet vloog. Ze stelde zich zo voor dat de vogels als metafoor stonden, voor de ideeën en de plannen die werden gemaakt. Na alles wat die persoon had meegemaakt, voelde hij weer de ruimte om zijn leven in eigen hand te nemen en plannen voor te toekomst te maken.
Terwijl de momenten hiervoor in het teken stonden van het netjes rangschikken van de kleding en haar toiletspullen was ze nu helemaal opgegaan in het schilderij. Ze voelde hoe haar ogen vochtig werden. Dit is niet wat ze wilde maar ze kon het niet helpen. Op de een of andere manier riep het schilderij iets bij haar op. Ze besefte dat ze nu ook op het punt was aangekomen, dat ze weer de regie over haar leven aan het krijgen was. Na de zomer zou ze weer gaan studeren, ze wilde weer nieuwe mensen gaan leren kennen en voelde dat ze steeds meer open ging staan voor een nieuwe relatie. Al deze dingen zijn haar vogels die op het punt stonden geboren te worden en binnenkort het levenslicht zouden zien.
Dit alles bracht haar gedachten terug naar vorig jaar. En ze vroeg zich af of hij ook aan het vliegen was. Of hij ook plannen maakte. Ze hoopte het. Want ondanks de vele misverstanden die er waren tussen hen gaf ze nog wel om hem.
Vervolgens liet ze het los. Haar voeten raakten de vloer en ze begaf zich naar de badkamer. Tijd voor sentiment was er genoeg geweest. Nu was ze onder de nieuwe zon, in het zonnige land waar ze was begonnen aan het nieuwe hoofdstuk. Ze liet een lampje branden voor als ze vanavond terug zou komen. Even later sloot ze de deur van haar hotelkamer. De schemering had zich buiten inmiddels ingezet. Niet dat ze dat als een metafoor zag voor haar leven. Het schilderij op haar kamer was dit des te meer.
De belofte van Iona
Ik nam het vliegtuig, toen een trein, vervolgens nog een trein, toen een boot, toen stapte ik in de auto om vervolgens via een pont mij naar het eiland te laten vervoeren.
Het loont om dagenlang onderweg te zijn naar een bestemming die ik gerust bestempel als een van de mooiste waar ik tot nu toe ben geweest. Ik had het gevoel alsof ik aan het einde van de wereld terecht was gekomen, waar tijd slechts een bijzaak is op een plek die zich niets lijkt aan te trekken van de rumoerige wereld die zich daar ergens aan de overkant van het water bevindt. Een stad als Parijs of Londen bezoek je. Het Schotse eiland Iona, daar ben je te gast.
Plechtig begeef ik me door de gangen van het klooster en nergens zoveel als hier beklijft mij het gevoel dat ik een passant ben uit een andere tijd, een genodigde die het genoegen heeft om hier te zijn. Voor even voel in een scheut van heimwee terwijl ik hier pas koud een half uur ben. Mijn gevoel loopt alvast vooruit op de zaken en ik denk aan de persoon die ik dit alles wil laten zien. Ik zie ons hier al lopen en mijn enthousiasme wordt alleen maar groter op het moment dat de zon het contrast van het landschap nog meer versterkt. Het groen van de heuvel versus het blauw van de lucht. Het wit van de wolken versus het blauw van het water.
Ik heb een voorliefde voor eilanden en ook bij Iona heb ik direct het gevoel van verbondenheid. Eilanden hebben geheimen die ze niet direct prijs lijken te geven voor de mensen die hier maar voor even zijn. Eilanden zijn geïsoleerd, op een romantische manier eenzaam, tevens eigenwijs, en creëren een betoverende sfeer waar ik steeds maar weer in ondergedompeld wil raken.
Ik zit uren aan het strand en zie hoe de golven op de golven blijven beuken. Een ritmisch spel wat zich al eeuwen lang herhaalt. Ik voel de graslanden onder mijn voeten en door het ongerepte karakter voel ik me veilig en voel ik me thuis, ook al ben ik dat niet maar zou ik dat wel willen zijn. Heuvels worden vlaktes, vlaktes veranderen in weggetjes. Weggetjes komen aan in dorpjes en dorpjes herbergen mensen die het voorrecht hebben om te zeggen dat ze hier wonen.
Een dag lang dwaal ik hier rond maar het is te kort. In gedachten doe ik Iona een belofte en dat is dat hier terug ga komen.
Dan gaan we hier dagen verblijven, de zon onder zien gaan en haar weer zien herrijzen. Dan zullen we ook voor even ervaren dat tijd ondergeschikt is aan wat dan ook en dat alleen de kracht van het ervaren maakt dat we voelen dat we echt leven.
Dat is een belofte die ik waar wil gaan maken. Iona wacht op ons.
Heartbreak Hotel
Hij stond daar tegen zijn zin in maar hij kon niet ontkennen dát hij er nu eenmaal stond. Met in zijn ene hand het handvat van zijn rolkoffer en in zijn andere hand zijn telefoon waar de reservering in te vinden was.
Het gebeurde hem niet vaak dat hij tegen zijn zin in op vakantie gaat maar het was hem ontegenzeggelijk al enkele keren overkomen. De laatste keer was enkele jaren geleden maar hij wist nog precies waar hij zijn koffer had verstopt. Dus toen het moment daar was om zijn kleren bij elkaar te gaan zoeken haalde hij zonder moeite zijn koffer uit de hoek van de schuur, verstopt achter een paar verhuisdozen.
Aan de koffer zat nog een label van zijn vorige bezoek van het Heartbreak Hotel. Hij herinnerde zich nog precies de omstandigheden uit die tijd, hoe hij zich voelde en de tijd die het hem kostte om de draad weer op te pakken. Maar dat was toen en hij leefde vandaag al waren er wel een paar overeenkomsten. De bal van modder die hij voelde rond zijn hartstreek voelde net zo zwaar als toen en ook nu had hij geen idee hoe lang zijn verblijf in het hotel zou gaan duren. Het kon een week zijn, twee weken, een maand.
Hij wist het niet dus toen hij zijn voordeur op slot had gedraaid en naar zijn auto liep ging hij op pad met flink wat bagage. Zowel geestelijk als fysiek.
De route naar het Heartbreak Hotel was bekend. Hij reed naar de plek waar nagenoeg geen geluid te horen was. Voor veel mensen zou de stilte een heerlijk vooruitzicht zijn maar in het Heartbreak Hotel werd dit doorgaans als minder prettig ervaren aangezien mensen dan met hun eigen gedachten werden geconfronteerd. In dit stadium van zijn leven wilde hij daar liever niet aan toegeven. Maar regels zijn regels en in het Heartbreak Hotel is het verboden om naar muziek te luisteren, naar de televisie te kijken (en dus is er in het hele gebouw geen televisie te vinden) en bij binnenkomst word je geacht je telefoon in te leveren bij de receptie. De nors kijkende receptioniste (zij werkt er al sinds hij daar komt) kent de regels van binnen en buiten en herinnert je maar al te graag wat er van je wordt verwacht:
-Blijf ten alle tijden op uw kamer.
-Alleen bij gevaar (brand, aardbevingen) en wanneer het verblijf ten einde is mag de kamer worden verlaten.
-Muziek is ten strengste verboden.
-Er mag niet worden gesproken.
¨Uw wordt inderdaad verwacht¨, antwoordde de receptioniste toen hij vertelde wie hij was.
¨Heeft u enig idee hoe lang ik deze keer moet blijven in dit godvergeten oord¨, vroeg hij tegen beter weten in.
¨Dat weet niemand, meneer. Als ik een kwartje zou krijgen voor iedere keer als ik die vraag aan mij gesteld zou worden, dan was ik binnen de kortste keren schathemeltje rijk.¨
Hij wist ook niet waarom hij de vraag stelde. Diep van binnen had hij de stille hoop dat iemand een vooruitziende blik zou hebben maar in Heartbreak Hotel kan niemand in de toekomst kijken, net zo min dat men dat daarbuiten wel kan.
¨U mag uw bovenlijf even ontbloten.¨ Ook dit is een standaardprocedure. Hij knoopte zijn overhemd los en met een stethoscoop onderzochte ze zijn borst. ¨Ja, dat is duidelijk¨, merkte ze op na enkele seconden. Ze luisterde nog wat meer. ¨Uhum, mmh, ja, ja…ik heb genoeg gehoord. Als u hier wilt tekenen dan maken we dit in orde met uw zorgverzekering¨
Uw kamernummer is 2203, vierde verdieping, aan het einde van de gang.¨
Hij omarmde hij zijn lot en liep hij met zijn koffer naar kamer naar de lift, op weg naar zelfisolatie. Niet vanwege een pandemie, niet vanwege een ander soort ziekte. Hij was daar vanwege wat hem was overkomen toen hij iemand had leren kennen. Of beter: wat er nadien met met hem was gebeurd. Het verblijf in het Heartbreak Hotel was een vloek en een zegen tegelijk. Wanneer hij het hotel weer zou verlaten was de bal van modder opgelost en voelde hij zich weer als herboren. Tot die tijd was hij aangewezen op zichzelf en voerde hij de innerlijke strijd om zich los te weken van het verleden en een onderdeel te worden van zijn toekomst.
Ook al voelde hij dat nu nog niet, Heartbreak Hotel is de plek waar er hoop is voor wat er komen gaat, al is de liefde er verdwenen. De naam klinkt genadeloos in de oren en zo ervaart hij dat ook. Niets ontziend, zoals het leven zijn kan.
¨Welkom in het Heartbreak Hotel. De datum van aankomst is niet te voorspellen en uw vertrek ligt in onze handen. Wij wensen u een oorverdovende stilte tijdens uw verblijf en een voorspoedig herstel!¨